De correspondentie van Desiderius Erasmus deel 14 | Ruby Winkel.nl
De correspondentie van Desiderius Erasmus deel 14 Brieven 1926 - 2081 - Desiderius Erasmus
De correspondentie van Desiderius Erasmus deel 14 Brieven 1926 - 2081 - Desiderius Erasmus

De correspondentie van Desiderius Erasmus deel 14 Brieven 1926 - 2081 - Desiderius Erasmus

€ 42.50
Ean: 9789061007258
Condition: New
1528 was een vruchtbaar jaar voor Erasmus, waarin hij onder meer De Ciceroniaan ofwel Over de beste literaire stijl publiceerde en eindelijk zijn tiendelige Augustinus - editie voltooide, maar waarin hij ook van zijn werk werd afgehouden door de voortdurende aanvallen vanuit de theologische faculteit
erasmus zijn naar parijs theologische faculteit maar voor frans béda
Productdetails

1528 was een vruchtbaar jaar voor Erasmus, waarin hij onder meer De Ciceroniaan ofwel Over de beste literaire stijl publiceerde en eindelijk zijn tiendelige Augustinus - editie voltooide, maar waarin hij ook van zijn werk werd afgehouden door de voortdurende aanvallen vanuit de theologische faculteit van Parijs, en de pogingen van de Spaanse monnikenordes om hem voor ketterij veroordeeld te krijgen hem bleven bezighouden. Daarbij kwamen nog de uitbarsting van zijn conflict met Heinrich Eppendorf en de woede van Guillaume Budé, die aanstoot had genomen aan de Ciceroniaan. In april moest Erasmus het overlijden betreuren van Albrecht Dürer en in juni dat van zijn patroon Ferry de Carondelet, aan wie Erasmus nog maar twee dagen daarvoor een editie van de werken van Faustus van Riez had opgedragen. Nadat Bern in januari 1528 was overgegaan tot de zwingliaanse reformatie, was Erasmus bang dat de volgelingen van Zwingli in Bazel aan de macht zouden komen. Daarom had hij plannen om nog voor de winter van 1528/'29 uit Bazel te vertrekken. Karel V nodigde hem uit naar Spanje te komen, Ferdinand van Oostenrijk naar Wenen, Margareta van Oostenrijk naar Brabant, Sigismund I naar Polen, Frans I naar Frankrijk en Hendrik VIII naar Engeland. Erasmus lijkt de Engelse optie serieus te hebben overwogen, maar uiteindelijk bedankte hij. De redenen die hij gaf waren zijn hoge leeftijd, zijn zwakke gezondheid en het gevaar van de reis. Nadat het in februari 1529 tot een beeldenstorm was gekomen, verliet Erasmus de stad en vestigde zich in Freiburg im Bresgau. De aanvallen vanuit de theologische faculteit van Parijs, onder leiding van Noël Béda, die Erasmus in brief 1669 als tegenstander gelijk stelt aan wel drie duizend monniken, bleven doorgaan. Erasmus' brieven aan de theologische faculteit, Frans I en het Parlement van Parijs om Béda het zwijgen op te leggen, hadden geen effect. Ook schreef Erasmus aan Nicolas Le Clerc, lid van een speciale onderzoekscommissie naar ketterij, om zich te verweren tegen diens beschuldigingen.

De correspondentie van Desiderius Erasmus deel 14 Brieven 1926 - 2081

1528 was een vruchtbaar jaar voor Erasmus, waarin hij onder meer De Ciceroniaan ofwel Over de beste literaire stijl publiceerde en eindelijk zijn tiendelige Augustinus - editie voltooide, maar waarin hij ook van zijn werk werd afgehouden door de voortdurende aanvallen vanuit de theologische faculteit van Parijs, en de pogingen van de Spaanse monnikenordes om hem voor ketterij veroordeeld te krijgen hem bleven bezighouden. Daarbij kwamen nog de uitbarsting van zijn conflict met Heinrich Eppendorf en de woede van Guillaume Budé, die aanstoot had genomen aan de Ciceroniaan. In april moest Erasmus het overlijden betreuren van Albrecht Dürer en in juni dat van zijn patroon Ferry de Carondelet, aan wie Erasmus nog maar twee dagen daarvoor een editie van de werken van Faustus van Riez had opgedragen. <br />Nadat Bern in januari 1528 was overgegaan tot de zwingliaanse reformatie, was Erasmus bang dat de volgelingen van Zwingli in Bazel aan de macht zouden komen. Daarom had hij plannen om nog voor de winter van 1528/'29 uit Bazel te vertrekken. Karel V nodigde hem uit naar Spanje te komen, Ferdinand van Oostenrijk naar Wenen, Margareta van Oostenrijk naar Brabant, Sigismund I naar Polen, Frans I naar Frankrijk en Hendrik VIII naar Engeland. Erasmus lijkt de Engelse optie serieus te hebben overwogen, maar uiteindelijk bedankte hij. De redenen die hij gaf waren zijn hoge leeftijd, zijn zwakke gezondheid en het gevaar van de reis. Nadat het in februari 1529 tot een beeldenstorm was gekomen, verliet Erasmus de stad en vestigde zich in Freiburg im Bresgau. <br />De aanvallen vanuit de theologische faculteit van Parijs, onder leiding van Noël Béda, die Erasmus in brief 1669 als tegenstander gelijk stelt aan wel drie duizend monniken, bleven doorgaan. Erasmus' brieven aan de theologische faculteit, Frans I en het Parlement van Parijs om Béda het zwijgen op te leggen, hadden geen effect. Ook schreef Erasmus aan Nicolas Le Clerc, lid van een speciale onderzoekscommissie naar ketterij, om zich te verweren tegen diens beschuldigingen. <br />

Beschrijving gevonden op Bol.com

De Correspondentie Van Desiderius Erasmus / Deel

deel 14 Brieven 1926 - 2081 - De correspondentie van Desiderius Erasmus

Beschrijving gevonden op Blokker.nl

De correspondentie van Desiderius Erasmus deel 14 Brieven 1926 - 2081 - Desiderius Erasmus

1528 was een vruchtbaar jaar voor Erasmus, waarin hij onder meer De Ciceroniaan ofwel Over de beste literaire stijl publiceerde en eindelijk zijn tiendelige Augustinus - editie voltooide, maar waarin hij ook van zijn werk werd afgehouden door de voortdurende aanvallen vanuit de theologische faculteit van Parijs, en de pogingen van de Spaanse monnikenordes om hem voor ketterij veroordeeld te krijgen hem bleven bezighouden. Daarbij kwamen nog de uitbarsting van zijn conflict met Heinrich Eppendorf en de woede van Guillaume Budé, die aanstoot had genomen aan de Ciceroniaan. In april moest Erasmus het overlijden betreuren van Albrecht Dürer en in juni dat van zijn patroon Ferry de Carondelet, aan wie Erasmus nog maar twee dagen daarvoor een editie van de werken van Faustus van Riez had opgedragen. Nadat Bern in januari 1528 was overgegaan tot de zwingliaanse reformatie, was Erasmus bang dat de volgelingen van Zwingli in Bazel aan de macht zouden komen. Daarom had hij plannen om nog voor de winter van 1528/'29 uit Bazel te vertrekken. Karel V nodigde hem uit naar Spanje te komen, Ferdinand van Oostenrijk naar Wenen, Margareta van Oostenrijk naar Brabant, Sigismund I naar Polen, Frans I naar Frankrijk en Hendrik VIII naar Engeland. Erasmus lijkt de Engelse optie serieus te hebben overwogen, maar uiteindelijk bedankte hij. De redenen die hij gaf waren zijn hoge leeftijd, zijn zwakke gezondheid en het gevaar van de reis. Nadat het in februari 1529 tot een beeldenstorm was gekomen, verliet Erasmus de stad en vestigde zich in Freiburg im Bresgau. De aanvallen vanuit de theologische faculteit van Parijs, onder leiding van Noël Béda, die Erasmus in brief 1669 als tegenstander gelijk stelt aan wel drie duizend monniken, bleven doorgaan. Erasmus' brieven aan de theologische faculteit, Frans I en het Parlement van Parijs om Béda het zwijgen op te leggen, hadden geen effect. Ook schreef Erasmus aan Nicolas Le Clerc, lid van een speciale onderzoekscommissie naar ketterij, om zich te verweren tegen diens beschuldigingen.

Beschrijving gevonden op Wehkamp
Product beoordelingen
Productvideo's
Wij maken gebruik van cookies voor onze service. Bezoek je onze website dan ga je akkoord met de cookies.