De verbrede leerplicht. de juridische | Ruby Winkel.nl
De verbrede leerplicht. de juridische (on)mogelijkheid van invoering van een verplichting tot het leren van de Nederlandse taal voor ouders van jonge kinderen met een risico op taalachterstand in het Nederlands, R. Nehmelman, Paperback
De verbrede leerplicht. de juridische (on)mogelijkheid van invoering van een verplichting tot het leren van de Nederlandse taal voor ouders van jonge kinderen met een risico op taalachterstand in het Nederlands, R. Nehmelman, Paperback

De verbrede leerplicht. de juridische (on)mogelijkheid van invoering van een verplichting tot het leren van de Nederlandse taal voor ouders van jonge kinderen met een risico op taalachterstand in het Nederlands, R. Nehmelman, Paperback

€ 15.00
Ean: 9789058504968
Condition: New
In het Regeerakkoord ¿Samen Werken, Samen Leven¿ van 7 februari 2007 is een relatie gelegd tussen de taalontwikkeling van kinderen en hun ouders. In het Regeerakkoord is het volgende opgenomen: ¿Kinderen bij wie op driejarige leeftijd door het consultatiebureau of elders een taalachterstand wordt gec
leerplicht hoofdstuk voor worden kinderen verbrede juridische taalachterstand ouders wordt
Productdetails

In het Regeerakkoord ¿Samen Werken, Samen Leven¿ van 7 februari 2007 is een relatie gelegd tussen de taalontwikkeling van kinderen en hun ouders. In het Regeerakkoord is het volgende opgenomen: ¿Kinderen bij wie op driejarige leeftijd door het consultatiebureau of elders een taalachterstand wordt geconstateerd, zullen via kinderopvang/peuterspeelzalen, voor- en vroegschoolse educatie en aparte (schakel)klassen op het vereiste niveau worden gebracht. De ouders van die kinderen worden hierbij direct betrokken via een verbrede leerplicht.¿ De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie heeft vervolgens mede namens de Minister voor Jeugd en Gezin en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan onderzoekers van de Universiteit Utrecht en de Radboud Universiteit Nijmegen opdracht gegeven om een onderzoek te doen met het doel inzicht te krijgen in de juridische (on)mogelijkheid van een verbredeleerplicht.Het onderzoek heeft de juridische (on)mogelijkheid verkend van de verbrede leerplicht.

Het rapport is als volgt opgebouwd; Na een inleiding in hoofdstuk 1 volgt een hoofdstuk over de onderzoeksaanpak, het onderzoekskader en een korte verkenning naar de context van het onderzoek (hoofdstuk 2). Hoofdstuk 3 is onder meer gewijd aan de vraag wie de doelgroep is van een verbrede leerplicht. In hoofdstuk 4 wordt de juridische inkadering van een verbrede leerplicht gegeven en wordt ingegaan op de grondslagen van, de beperkingenaan en de aanknopingspunten voor een verbrede leerplicht vanuit internationaal, EG-rechtelijk en nationaal oogpunt. Ten slotte worden in hoofdstuk 5 de onderzoekvragen beantwoord, te weten:
(1) Kunnen ouders van jonge kinderen met een risico op taalachterstand in het Nederlands, wettelijk verplicht worden tot het leren van de Nederlandse taal?; Zo ja
(2) Hoe zou aandeze verplichting juridisch vormgegeven kunnen worden?;
(3) Wat zijn mogelijke implicaties voor specifieke groepen (autochtone) Nederlanders?;
(4) Is het huidig instrumentarium om bij jonge kinderen risico¿s op taalachterstand te constateren in juridische zin voldoende om, bij geconstateerd risico, de ouders een leerplicht op te leggen?

Zo nee, welke juridische voorwaarden zijn er verbonden aan het benodigde instrumentarium?

Dit boek bevat de integrale studie van de onderzoekers, inclusief alle bijlagen. Het boek is relevant voor geïnteresseerden in het integratievraagstuk, onderwijsrecht en constitutioneel recht.

De verbrede leerplicht

In het Regeerakkoord ¿Samen Werken, Samen Leven¿ van 7 februari 2007 is een relatie gelegd tussen de taalontwikkeling van kinderen en hun ouders. In het Regeerakkoord is het volgende opgenomen: ¿Kinderen bij wie op driejarige leeftijd door het consultatiebureau of elders een taalachterstand wordt geconstateerd, zullen via kinderopvang/peuterspeelzalen, voor- en vroegschoolse educatie en aparte (schakel)klassen op het vereiste niveau worden gebracht. De ouders van die kinderen worden hierbij direct betrokken via een verbrede leerplicht.¿ De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie heeft vervolgens mede namens de Minister voor Jeugd en Gezin en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan onderzoekers van de Universiteit Utrecht en de Radboud Universiteit Nijmegen opdracht gegeven om een onderzoek te doen met het doel inzicht te krijgen in de juridische (on)mogelijkheid van een verbredeleerplicht.Het onderzoek heeft de juridische (on)mogelijkheid verkend van de verbrede leerplicht. <br /><br />Het rapport is als volgt opgebouwd; Na een inleiding in hoofdstuk 1 volgt een hoofdstuk over de onderzoeksaanpak, het onderzoekskader en een korte verkenning naar de context van het onderzoek (hoofdstuk 2). Hoofdstuk 3 is onder meer gewijd aan de vraag wie de doelgroep is van een verbrede leerplicht. In hoofdstuk 4 wordt de juridische inkadering van een verbrede leerplicht gegeven en wordt ingegaan op de grondslagen van, de beperkingenaan en de aanknopingspunten voor een verbrede leerplicht vanuit internationaal, EG-rechtelijk en nationaal oogpunt. Ten slotte worden in hoofdstuk 5 de onderzoekvragen beantwoord, te weten: <br />(1) Kunnen ouders van jonge kinderen met een risico op taalachterstand in het Nederlands, wettelijk verplicht worden tot het leren van de Nederlandse taal?; Zo ja <br />(2) Hoe zou aandeze verplichting juridisch vormgegeven kunnen worden?; <br />(3) Wat zijn mogelijke implicaties voor specifieke groepen (autochtone) Nederlanders?; <br />(4) Is het huidig instrumentarium om bij jonge kinderen risico¿s op taalachterstand te constateren in juridische zin voldoende om, bij geconstateerd risico, de ouders een leerplicht op te leggen? <br /><br />Zo nee, welke juridische voorwaarden zijn er verbonden aan het benodigde instrumentarium?<br /> <br />Dit boek bevat de integrale studie van de onderzoekers, inclusief alle bijlagen. Het boek is relevant voor geïnteresseerden in het integratievraagstuk, onderwijsrecht en constitutioneel recht.

Beschrijving gevonden op Bol.com

De verbrede leerplicht

In het Regeerakkoord Samen Werken, Samen Leven van 7 februari 2007 is een relatie gelegd tussen de taalontwikkeling van kinderen en hun ouders. In het Regeerakkoord is het volgende opgenomen: Kinderen bij wie op driejarige leeftijd door het consultatiebureau of elders een taalachterstand wordt geconstateerd, zullen via kinderopvang/peuterspeelzalen, voor- en vroegschoolse educatie en aparte (schakel)klassen op het vereiste niveau worden gebracht. De ouders van die kinderen worden hierbij direct betrokken via een verbrede leerplicht. De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie heeft vervolgens mede namens de Minister voor Jeugd en Gezin en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan onderzoekers van de Universiteit Utrecht en de Radboud Universiteit Nijmegen opdracht gegeven om een onderzoek te doen met het doel inzicht te krijgen in de juridische (on)mogelijkheid van een verbredeleerplicht.Het onderzoek heeft de juridische (on)mogelijkheid verkend van de verbrede leerplicht. Het rapport is als volgt opgebouwd; Na een inleiding in hoofdstuk 1 volgt een hoofdstuk over de onderzoeksaanpak, het onderzoekskader en een korte verkenning naar de context van het onderzoek (hoofdstuk 2). Hoofdstuk 3 is onder meer gewijd aan de vraag wie de doelgroep is van een verbrede leerplicht. In hoofdstuk 4 wordt de juridische inkadering van een verbrede leerplicht gegeven en wordt ingegaan op de grondslagen van, de beperkingenaan en de aanknopingspunten voor een verbrede leerplicht vanuit internationaal, EG-rechtelijk en nationaal oogpunt. Ten slotte worden in hoofdstuk 5 de onderzoekvragen beantwoord, te weten: (1) Kunnen ouders van jonge kinderen met een risico op taalachterstand in het Nederlands, wettelijk verplicht worden tot het leren van de Nederlandse taal?; Zo ja (2) Hoe zou aandeze verplichting juridisch vormgegeven kunnen worden?; (3) Wat zijn mogelijke implicaties voor specifieke groepen (autochtone) Nederlanders?; (4) Is het huidig instrumentarium om bij jonge kinderen risicos op taalachterstand te constateren in juridische zin voldoende om, bij geconstateerd risico, de ouders een leerplicht op te leggen? Zo nee, welke juridische voorwaarden zijn er verbonden aan het benodigde instrumentarium? Dit boek bevat de integrale studie van de onderzoekers, inclusief alle bijlagen. Het boek is relevant voor geïnteresseerden in het integratievraagstuk, onderwijsrecht en constitutioneel recht.

Beschrijving gevonden op BookSpot.nl
Product beoordelingen
Productvideo's
Wij maken gebruik van cookies voor onze service. Bezoek je onze website dan ga je akkoord met de cookies.