Over roofkunst gesproken. Schoordijk, H.C.F., | Ruby Winkel.nl
Over roofkunst gesproken. Schoordijk, H.C.F., Paperback
Over roofkunst gesproken. Schoordijk, H.C.F., Paperback

Over roofkunst gesproken. Schoordijk, H.C.F., Paperback

€ 15.00 € 25.00 - 40.00%
Ean: 9789058505262
Condition: New
Over roofkunst gesproken 1e druk is een boek van H.C.F. Schoordijk uitgegeven bij Wolf Productions. ISBN 9789058505262

In 2003 adviseerde de Restitutie Commissie (RC) aan de Minister van OC&W de zogenaamde Koenigs-collectie een van de grootste tekeningenverzamelingen uit de 15e, 16e en 1
voor niet koenigs over zijn recht bank roofkunst artikel collectie
Productdetails

Over roofkunst gesproken 1e druk is een boek van H.C.F. Schoordijk uitgegeven bij Wolf Productions. ISBN 9789058505262

In 2003 adviseerde de Restitutie Commissie (RC) aan de Minister van OC&W de zogenaamde Koenigs-collectie een van de grootste tekeningenverzamelingen uit de 15e, 16e en 17e eeuw niet te restitueren. Christine Koenigs hield mij de beslissing van de RC voor, waarbij mij dadelijk opviel dat Franz Koenigs, die een geringe schuld had aan de joodse L & R-bank en daarin een belang had, zijn collectie in zekerheid aan de bank had overgedragen. Vervolgens droeg Koenigs ter delging van die schuld de collectie in volle eigendom aan de bank over (inbetalinggeving). Dit handelen was gezien de context niet slechts verwonderlijk maarnaar de maatstaven van april 1940 nietig, immers in strijd met Artikel 1200 BW, het zgn verbod van toeeigening. De RC en ook de schrijvers waaronder rechtsgeleerden hebben aan dit aspect geen enkele aandacht besteed, waarschijnlijk omdat vooral het vooroorlogse goederenrecht na de invoering van ons nieuw BW in 1992 voor velen terra incognita is. De ratio van dit verbod dat vanaf het romeinse recht tot nu toe in bijna alle rechtsstelsels voorkomt, is gelegen in bescherming van debiteuren die veelal onder druk (undue influence) handelen. Zo raakte menig kunstenaar, waaronder Van Gogh, schilderijen voor een appel en een ei kwijt. De rol van de inbetalinggeving in de Koenigs-zaak boeit mij nog steeds. Daarenboven bleek later dat de RC Artikel 1200 BW voor de beoordeling van restitutieverzoeken irrelevant acht. De RC gaat daar niet over zo werd bij een zitting gesteld. De commissie zou naar ik begrijp louter dienen te oordelen naar billijkheid. Een opvatting waarin ik mij niet kan vinden. Billijkheid mag nooit los gezongen worden van het recht. Ik bracht eerst een legal opinion uit waarin ik Artikel 1200 BW prominent aan de orde stelde, later schreef ik een bijdrage over roofkunst in het algemeen waarin vooral aan het werk en de taak van de RC veel aandacht geschonken wordt. Wellicht kunnen beide stukken van belang zijn voor een groter publiek en steun geven bij de beoordeling van restitutieclaims, want er is nog steeds veel onrecht. Een kort opstel over roofkunst, taal en rechtsvinding heb ik hieraan toegevoegd. Als de letter van de wet voor onrecht lijkt te staan, dan mogen wij die wet, indien het door feiten gestaafde recht der werkelijkheid zulks rechtvaardigt, als niet geschreven beschouwen. Restitutie van kunst veronderstelt kennis van de Londense Besluiten E 100 en E 133. Ze zijn voor de meeste lezers niet gemakkelijk te raadplegen. Gemakshalve zijn de meest relevante bepalingen op pag. 111 en volgende opgenomen. H.C.F. Schoordijk, Goirle, april 2010

Over roofkunst gesproken

Over roofkunst gesproken 1e druk is een boek van H.C.F. Schoordijk uitgegeven bij Wolf Productions. ISBN 9789058505262 <br /><br />In 2003 adviseerde de Restitutie Commissie (RC) aan de Minister van OC&W de zogenaamde Koenigs-collectie een van de grootste tekeningenverzamelingen uit de 15e, 16e en 17e eeuw niet te restitueren. Christine Koenigs hield mij de beslissing van de RC voor, waarbij mij dadelijk opviel dat Franz Koenigs, die een geringe schuld had aan de joodse L & R-bank en daarin een belang had, zijn collectie in zekerheid aan de bank had overgedragen. Vervolgens droeg Koenigs ter delging van die schuld de collectie in volle eigendom aan de bank over (inbetalinggeving). Dit handelen was gezien de context niet slechts verwonderlijk maarnaar de maatstaven van april 1940 nietig, immers in strijd met Artikel 1200 BW, het zgn verbod van toeeigening. De RC en ook de schrijvers waaronder rechtsgeleerden hebben aan dit aspect geen enkele aandacht besteed, waarschijnlijk omdat vooral het vooroorlogse goederenrecht na de invoering van ons nieuw BW in 1992 voor velen terra incognita is. De ratio van dit verbod dat vanaf het romeinse recht tot nu toe in bijna alle rechtsstelsels voorkomt, is gelegen in bescherming van debiteuren die veelal onder druk (undue influence) handelen. Zo raakte menig kunstenaar, waaronder Van Gogh, schilderijen voor een appel en een ei kwijt. De rol van de inbetalinggeving in de Koenigs-zaak boeit mij nog steeds. Daarenboven bleek later dat de RC Artikel 1200 BW voor de beoordeling van restitutieverzoeken irrelevant acht. De RC gaat daar niet over zo werd bij een zitting gesteld. De commissie zou naar ik begrijp louter dienen te oordelen naar billijkheid. Een opvatting waarin ik mij niet kan vinden. Billijkheid mag nooit los gezongen worden van het recht. Ik bracht eerst een legal opinion uit waarin ik Artikel 1200 BW prominent aan de orde stelde, later schreef ik een bijdrage over roofkunst in het algemeen waarin vooral aan het werk en de taak van de RC veel aandacht geschonken wordt. Wellicht kunnen beide stukken van belang zijn voor een groter publiek en steun geven bij de beoordeling van restitutieclaims, want er is nog steeds veel onrecht. Een kort opstel over roofkunst, taal en rechtsvinding heb ik hieraan toegevoegd. Als de letter van de wet voor onrecht lijkt te staan, dan mogen wij die wet, indien het door feiten gestaafde recht der werkelijkheid zulks rechtvaardigt, als niet geschreven beschouwen. Restitutie van kunst veronderstelt kennis van de Londense Besluiten E 100 en E 133. Ze zijn voor de meeste lezers niet gemakkelijk te raadplegen. Gemakshalve zijn de meest relevante bepalingen op pag. 111 en volgende opgenomen. H.C.F. Schoordijk, Goirle, april 2010

Beschrijving gevonden op Bol.com

Over roofkunst gesproken

In 2003 adviseerde de Restitutie Commissie (RC) aan de Minister van OC&W de zogenaamde Koenigs-collectie een van de grootste tekeningenverzamelingen uit de 15e, 16e en 17e eeuw niet te restitueren. Christine Koenigs hield mij de beslissing van de RC voor, waarbij mij dadelijk opviel dat Franz Koenigs, die een geringe schuld had aan de joodse L & R-bank en daarin een belang had, zijn collectie in zekerheid aan de bank had overgedragen. Vervolgens droeg Koenigs ter delging van die schuld de collectie in volle eigendom aan de bank over (inbetalinggeving). Dit handelen was gezien de context niet slechts verwonderlijk maarnaar de maatstaven van april 1940 nietig, immers in strijd met Artikel 1200 BW, het zgn verbod van toeeigening. De RC en ook de schrijvers waaronder rechtsgeleerden hebben aan dit aspect geen enkele aandacht besteed, waarschijnlijk omdat vooral het vooroorlogse goederenrecht na de invoering van ons nieuw BW in 1992 voor velen terra incognita is. De ratio van dit verbod dat vanaf het romeinse recht tot nu toe in bijna alle rechtsstelsels voorkomt, is gelegen in bescherming van debiteuren die veelal onder druk (undue influence) handelen. Zo raakte menig kunstenaar, waaronder Van Gogh, schilderijen voor een appel en een ei kwijt. De rol van de inbetalinggeving in de Koenigs-zaak boeit mij nog steeds. Daarenboven bleek later dat de RC Artikel 1200 BW voor de beoordeling van restitutieverzoeken irrelevant acht. De RC gaat daar niet over zo werd bij een zitting gesteld. De commissie zou naar ik begrijp louter dienen te oordelen naar billijkheid. Een opvatting waarin ik mij niet kan vinden. Billijkheid mag nooit los gezongen worden van het recht. Ik bracht eerst een legal opinion uit waarin ik Artikel 1200 BW prominent aan de orde stelde, later schreef ik een bijdrage over roofkunst in het algemeen waarin vooral aan het werk en de taak van de RC veel aandacht geschonken wordt. Wellicht kunnen beide stukken van belang zijn voor een groter publiek en steun geven bij de beoordeling van restitutieclaims, want er is nog steeds veel onrecht. Een kort opstel over roofkunst, taal en rechtsvinding heb ik hieraan toegevoegd. Als de letter van de wet voor onrecht lijkt te staan, dan mogen wij die wet, indien het door feiten gestaafde recht der werkelijkheid zulks rechtvaardigt, als niet geschreven beschouwen. Restitutie van kunst veronderstelt kennis van de Londense Besluiten E 100 en E 133. Ze zijn voor de meeste lezers niet gemakkelijk te raadplegen. Gemakshalve zijn de meest relevante bepalingen op pag. 111 en volgende opgenomen. H.C.F. Schoordijk, Goirle, april 2010

Beschrijving gevonden op BookSpot.nl
Product beoordelingen
Productvideo's
Wij maken gebruik van cookies voor onze service. Bezoek je onze website dan ga je akkoord met de cookies.